In 2003 was Heracles uit Almelo de eerste profvoetbalclub van Nederland die op kunstgras ging voetballen. Nog geen jaar ervoor won Feyenoord de finale van de UEFA Cup. Het zou voorlopig de laatste keer zijn dat een Nederlandse club een Europese prijs binnenhaalde. Natuurlijk heeft het Nederlands elftal in de jaren daarna boven verwachting goed gepresteerd op WK-eindronden. Maar na het mislopen van het afgelopen EK in Frankrijk leek het dieptepunt van het Nederlandse voetbal te zijn bereikt.

Vanuit verschillende hoeken kwam kritiek. Zou er een verband zijn tussen het toenemende aantal kunstgrasvelden en de afnemende prestaties? Ook columnist Sjoerd Mossou liet van zich horen. Na het mislopen van het EK schreef hij een column waarin hij duidelijke kritiek uitte op het kunstgras. En afgelopen zaterdag somde hij alle nadelen nog maar eens op. Dit naar aanleiding van een uitzending van tv-programma Zembla. (hierover later meer)

Aan de telefoon licht Sjoerd Mossou zijn mening toe: ‘’Ik zeg natuurlijk niet dat kunstgras het probleem is van alles. Maar ik vind wel dat je heel goed zou moeten onderzoeken waar kunstgras toe lijdt in je opleiding. Als je gewoon simpel kijkt dan gaat het sinds de invoering van het kunstgras niet bepaald beter met de opleiding van spelers. En ik geloof erin dat kunstgras in ieder geval niet helpt in je opleiding. Het maakt je spelers naar mijn idee niet completer en beter. Met kunstgras creëer je voetballers die gewend zijn aan een comfortabele en trage ondergrond. En zulke spelers hebben ervoor gezorgd dat het niveau de laatste jaren omlaag is gegaan.’’

Hier een deel van het gesprek met Sjoerd Mossou.